Medische mallemolen

Herfst 2017
De pijn in m’n linker schouder en -arm wordt alsmaar erger, tijd voor een afspraak met de huisarts. Ik zit bij zo’n moderne praktijk met roulerende artsen waar je ‘cliënt’ bent in plaats van patiënt. Als cliënt weet je nooit van te voren welke dokter je te spreken krijgt, iets waar ik maar moeilijk aan kan wennen. Patiënt zijn bij een vaste huisarts die mij kende voelde beter. Maar dat was vroeger en nu is alles beter, dus afspraak bij de huisartsengroep.

Een mij onbekende arts zit naar het beeldscherm te kijken als ik de spreekkamer binnen kom. Hij kijkt niet op of om en ik neem plaats op de lege stoel voor het buro en wacht. Hij neemt de tijd en net als ik mij wat ongemakkelijk begin te voelen vraagt hij waarvoor ik kom. Ik leg m’n klacht uit en hij wil me onderzoeken. Of ik m’n bovenlichaam wil ontbloten. Met pijn en moeite trek ik mijn shirt uit en ga op de behandeltafel zitten.

Als de dokter mijn arm omhoog trekt krijg ik tranen in mijn ogen.

De dokter neemt opnieuw de tijd voordat hij naar de onderzoektafel komt. Hij voelt, knijpt, trekt en draait aan mijn linkerarm en -schouder, zich niks aantrekkend van mijn lichte uiting van pijn. Dan trekt hij m’n arm ineens omhoog, de tranen springen in mijn ogen terwijl ik een gil geef die ik niet kan onderdrukken. De arts laat m’n arm los en neemt onverstoorbaar plaats achter zijn bureau. Vervolgens ramt hij met twee vingers op het toetsenbord zijn bevindingen in mijn elektronisch dossier. Terwijl ik me met veel moeite weer aankleed krijg ik een verwijzing naar de fysio.
“Die zit hier bij de ingang rechts”, zegt hij terwijl hij het scherm sluit en me voor het eerst aankijkt. Ik sta op en loop zonder gedag te zeggen zijn kamer uit.

Een beetje verbouwereerd door het gebrek aan interesse van de dokter meld ik me bij het loket voor een afspraak met de fysiotherapeut. Daar kan ik onverwacht gelijk terecht en een jonge vrouw , ik schat haar net 20, roept me na twee minuten wachten al binnen. Ze luistert aandachtig en vraagt dan of ik mijn bovenlichaam wil ontbloten achter het scherm. Ze betast voorzichtig m’n schouder en bovenarm en vraagt of ik zelf mijn arm wil bewegen.

“Zo kan het dus ook”, gaat het door m’n hoofd.

Ik beweeg m’n arm zo dat het de minste pijn oplevert.
“Zo kan het dus ook”, gaat het door m’n hoofd, “onderzoek op een menselijke manier”. Na haar onderzoek stelt ze een behandelplan voor en ik kan er alleen maar in meegaan. Elke week een behandeling bij haar in de praktijk en dagelijks meerdere keren oefenen met een rekband thuis. Daarnaast rusten, veel douchen en niets tillen of ook maar iets doen wat mijn spieren verkeerd kan belasten.

Weken gaan intussen voorbij maar soepeler wordt het allemaal niet, wel pijnlijker. Na tien weken zonder enige verbetering komt een eind aan de behandeling want de verzekering dekt het niet meer. Volgens die lui zou ik nu genezen moeten zijn. Maar dat ben ik allerminst, dus weer terug naar de dokter.

Het is rond deze tijd, hoewel mijn vrouw zegt dat het al eerder begon, dat mijn hand merkbaar gaat trillen. Bij de volgende afspraak met opnieuw een onbekende dokter wijs ik haar op het trillen, een tremor zeg ik zelfbewust. Ik had dit namelijk opgezocht op het internet. Maar helaas, geen lof viel mij ten deel, eerder hoon. Want wat wist ik nu van een tremor? Alleen professionals stellen diagnoses kreeg ik te verstaan. Tsja, dan kruip je als leek maar weer in je schulp.

“Nou, nou meneer. Zoveel pijn doet dat toch niet?"

Weer volgt een pijnlijk onderzoek van mijn schouder en ik doe veel moeite de pijn te onderdrukken. Bij het zien van mijn vochtige ogen zegt de dokter verbaast “Nou, nou meneer. Zoveel pijn doet dat toch niet?” Ik knik echter bevestigend van wel waarop ze me verwijst naar het Haga Ziekenhuis in Den Haag. Haar werk zit er blijkbaar op, ze schrijft de verwijzing uit en ik mag weer gaan. Het is nu ruim 3 maanden na de wit- en schilderklus en ik sta op de wachtlijst voor een bezoek aan de orthopeed.

Winter 2017/2018
Het ziekenhuis wordt verbouwd maar de entree oogt al heel modern. Gelijk bij binnenkomst staat een aanmeld-zuil. Daar tik ik de gevraagde gegevens in en krijg dan een ticket met een streepjescode en in grote letters Wachtruimte D3. Aangekomen bij wachtruimte D3 scan ik de streepjescode en neem plaats. Op een monitor kun je zien wie er aan de beurt is en naar welke kamer je moet.
“Gereduceerd van patiënt naar streepjescode”, gaat het door me heen.
Het duurt niet lang of ik word opgeroepen. Een onbekende vrouw gaat me voor naar een onbekende kamer. Ik neem plaats voor het bureau, zij erachter. “Wat is er aan de hand,” klinkt het dan vriendelijk. En zowaar op mijn gemak doe ik mijn verhaal van alweer 7 maanden van kastje naar de muur gesleept te zijn zonder enige verbetering.

Gereduceerd van patiënt naar streepjescode.

Na een langdurig en gelukkig vrij pijnloos onderzoek vraagt ze of ze er een collega bij mag halen. Ook deze dokter voelt, duwt en trekt aan mijn arm en schouder, wederom vrij pijnloos. Uiteindelijk komen ze tot de gezamenlijke conclusie dat ik waarschijnlijk een slijmbeurs-gewricht en/of -pees ontsteking heb. Daar ik echter al drie maanden fysiotherapie heb gehad en dat alweer zes weken geleden plaatsvond en het feit dat ik zoveel pijn heb, besluiten ze tot een cortison injectie.

Die injectie is licht gevoelig maar snel gedaan. Thuis neem ik een pijnstiller en ga ik heerlijk onderuit in de hangstoel in de veronderstelling dat nu alles goed zal komen. Mijn vrouw vraagt nog naar mijn trillende hand. “Het was geen tremor volgens de dokter” zeg ik slaperig, “het komt door overbelasting of zoiets”.

"Het was geen tremor volgens de dokter".

Delen op:

Copyright © 2025 Engelsman. Powered by WordPress & Romangie Theme.